Mijn jongste zoon houdt niet van slapen. Honderd keer vroeg hij al: ‘Mama, waarom bestaat slapen? Heeft God slapen gemaakt?’. Hij zoekt manieren om slapen aangenamer te maken: lange tijd kroop hij tussen ons in bed, een periode legde hij zijn matras in de gang dicht bij onze slaapkamer, en nu ligt zijn matras naast zijn bed op de grond. Ik weet niet meer hoe het in ons gebed is geslopen, maar elke avond bid ik met hem de woorden uit psalm 127:2. ‘Here God, geef Aron slaap. Geef hem in zijn slaap wat zijn lichaam en zijn geest nodig heeft. U belooft dat te geven aan uw lieveling. En Aron is uw lieveling. Dankuwel’. Zo maakt dit Bijbelvers deel uit van ons dagelijks leven. Toch krijg ik het niet uitgelegd dat slapen een geschenk is van God aan hem.
Onlangs bracht God ook het eerste deel van dit vers in mijn dagelijks leven: ‘Als God het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers’. Het kwam zo: Ik zag een paarse gloed, zette mijn fiets aan de kant en op mijn hurken zag ik het: haast onopgemerkte schoonheid, hemelsblauwe bloemetjes tussen het gras. Ze heten ereprijs. Ze zijn prachtig. Ze zijn volmaakt. Ik keek naar zo’n bloemetje en werd stil, het hielp me om even helemaal in het nu te zijn. Ik dacht: maak je geen zorgen over wat je allemaal nog moet doen, al die drukte is niet nodig, wees gewoon in het nu zoals deze bloemetjes. En daar fluisterde God in mijn hart: ‘Focus deze verlofperiode op je gezin. Want als je haast en drukte hebt, trap je op de bloemetjes in je gezin’. En dat deed ik in gehoorzaamheid. Ik veranderde niet direct mijn agenda maar ik zette vooral de activiteiten van mijn hoofd op pauze: ik stopte de zoektocht naar vacatures en deed geen voorbereiding voor nieuwe artikels. Ik koos ervoor om met mijn hoofd bij mijn kinderen aanwezig te zijn en bezig te zijn met mijn huis. In de loop van die paar maanden ben ik dit zelfs gaan zien als kracht van een vrouw: aanwezig zijn in het moment. Het lukte om me te focussen, het gaf rust. Behalve op die momenten dat ik dacht aan een deadline voor dit artikel, die dichterbij kwam. Dan bad ik psalm 127:2: Als U het niet geeft, zal er geen artikel zijn, als U het niet geeft, zal ik geen nieuwe job vinden. Ik bid dat U het mij geeft in mijn slaap. Ik wilde er op vertrouwen dat God zou voorzien.
Toen kwam de week dat mijn man naar Chicago vloog om zijn zus te bezoeken. Ik dacht: ik neem verlof. Dan kunnen mijn kinderen en ik genieten van een rustige week. Maar dat draaide anders uit. In de weken ervoor was er een vacature spontaan op mijn pad gekomen van een job die zo op mijn lijf geschreven was, dat ik het zag als bovennatuurlijke voorziening. Zo kwam het dat, op de dag dat ik mijn man ’s morgens om half vijf afzette aan het station, ik me online aanmeldde voor een sollicitatiegesprek. De dagen erna legde ik vier online testen af en ging ik naar het tweede sollicitatiegesprek. Tussendoor kwamen vriendjes spelen en probeerde ik leuke dingen te doen met mijn kinderen. Daarnaast kwam de deadline voor dit artikel gevaarlijk dichterbij. Er was geen nachtelijke droom gekomen die ik zomaar kon neerpennen. ‘Adem tien keer rustig in en uit door je neus’, hield ik mezelf voor, ‘dan ga je de rust weer voelen’.
Hoezo focus op mijn gezin? Wat was er mis gelopen? De toepassing van psalm 127:2 in mijn dagelijks leven bleek opeens ingewikkeld. Ik begreep het ongeveer zo: als wij stil zijn, kan God zijn plannen uitwerken. Maar zodra we zijn werk willen overnemen, valt alles stil. De balans zoek ik nog. Wat mijn zoontje betreft wil ik hem ten eerste zeggen dat er in de hemel geen nacht is en dus ook geen slaap en ten tweede dat slapen echt een geschenk is van God. Ik denk plots aan een ander Bijbelvers over slapen. In het tijdperk dat poëzie-albums nog bestonden schreef een Zuid-Afrikaanse vrouw deze zin in de mijne: ‘As jy gaan lê, sal jy nie skrik nie, en lê jy, dan sal jou slaap soet wees’, spreuken 3:24. Ik kende deze zin uit mijn hoofd toen ik even oud was als mijn zoontje nu. Ik koesterde de zin, omdat het zo leuk klonk, maar ook omdat deze belofte van God voor mij als een klompje goud was dat ik had gekregen van iemand aan de andere kant van de wereld.
Ps: ik heb de job niet. Zo zie je maar, een mens stippelt zijn weg uit, de Heer bepaalt de richting die hij gaat (spreuken 16:9). Was solliciteren een verleiding? Ik ben blij dat ik me niet hoef waar te maken bij Hem. Ook als ik het mis heb, staat Hij gewoon naast mij. Het leven is complex, zeker als werkende moeder!