Een generatieconfrontatie kan interessant zijn, boeiend, en euh… confronterend. Dat blijkt ook uit onderstaand gesprek. Dat begonnen we met drie deelnemers: de (toen nog) 71-jarige Karel, de 42-jarige David en de 18-jarige Stephan. In de loop van het gesprek moeide zich ook nog de 13-jarige Izaak, zodat we eigenlijk vier generaties in de gespreks-ring hadden. Maar omdat de namen onbelangrijk zijn, vermelden we hieronder alleen telkens de leeftijd van de spreker.
Thema 1: “Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard” – Romeinen 14:3.
71: Mensen in onze samenleving worden gemakkelijk in categorieën onderverdeeld. En beoordeeld. En soms veroordeeld. Eén zo’n categorie is gebaseerd op het aantal levensjaren. Ouderen worden dan ‘senioren’ genoemd, jongeren ‘junioren’. Zou ik als senior fysiek nog in staat kunnen zijn om u te depanneren als dat nodig zou zijn?
18: Ja, ik denk het wel.
71: Mooi zo, want ik heb hier een krantenartikel bij dat dit illustreert. Daarin schrijft transplantatiechirurg prof. Dr. Ceulemans: “Longen van overledenen boven de 70 die in goede conditie verkeren zijn perfect geschikt zijn voor jongere mensen die wachten op een longtransplantatie.” Dus senioren kunnen nog steeds jongeren helpen. Vind je dat leuk?
18: Is dat helpen? Is helpen niet eerder een voorbeeld zijn, uitleg geven… Bij een transplantatie geef je daarentegen letterlijk een deel van jezelf aan een ander. Enne… Wat bedoel je eigenlijk met senioren? Zijn dat gepensioneerden?
71: Vul zelf maar in.
18: Voor mij is een senior 50 jaar of ouder. Hij kan dan mentor zijn. Tenminste als jongeren hen als zodanig accepteren. Senioren begrijpen dingen die jongere mensen nog niet begrijpen zoals hoe je perspectieven op het leven door de jaren heen veranderen.
71: Er is in jullie generatie een term ‘influencer’, is dat wat je bedoelt?
18: Neen. Ik zou zeggen dat ze misschien ooit influencer zijn geweest door hoe ze in het verleden de samenleving hebben beïnvloed, en via die omweg ons vandaag beïnvloeden.
71: Laat me een voorbeeld geven: GSM’s worden al langer algemeen gebruikt, maar de stap naar het gebruiken van smartphones zetten senioren pas nu. Komt dat niet raar over bij jullie die dit al lang geleden deden?
18: Blijkbaar hebben senioren pas nu vertrouwen in smartphones gekregen. Misschien waren die voordien te ingewikkeld voor hen? Maar met de huidige software worden ze voor iedereen bruikbaar. De softwarebedrijven houden er rekening mee dat hun product voor iedereen bruikbaar moet zijn.
71: Wat kunnen jullie, junioren, ons aanbieden?
18: Wel, bijvoorbeeld zoals bij de smartphone: er een meer afgewerkt product van maken. Daardoor wordt iedereen, ook jullie senioren, gediend.
Thema 2: “In de grijze ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn.” – Psalmen 92:14
71: Mannen worden vandaag gemiddeld 80,7 jaar en vrouwen 87,6 jaar. Kan je een mens van + 90 jaar dan op dezelfde manier benaderen als een 50 jarige, want je kleeft in beide gevallen dezelfde naam ‘senior’ op hen.
18: Jij deelt jongeren toch ook verder in: kinderen, pubers, adolescenten, enz. Je kan bij de senioren ook een verdere onderverdeling maken. Je zou ze bijvoorbeeld kunnen indelen op basis van gemiddelde gezondheid, sportprestaties, professioneel actief zijn of niet, enzovoort.
42: Levensfase heeft ook te maken met externe factoren. Rond de leeftijd van 67 jaar vallen de meeste mensen uit de arbeidsmarkt. Vanaf dan word je veel minder uitgedaagd en de identiteit die je voor jezelf hebt gevormd op basis van je beroepsleven verdwijnt, wat toch wel een heel grote verandering meebrengt. Het is echt wel een moment dat je een ‘voor’ en een ‘na’ hebt. In die zin is ‘gepensioneerd-zijn’ een categorie van mensen met gelijkaardige kenmerken.
18: Andere omstandigheden spelen ook een rol. Bijvoorbeeld, hoe ouder je bent hoe gemakkelijker je ziek kan worden, waardoor je er ouder gaat uitzien. Dus zo wordt oud zijn niet bepaald door het aantal levensjaren, maar door iemands conditie.
71: En hoe omschrijf je die conditie?
18: Aan de manier waarop iemand praat, de energie die hij uitstraalt, zijn enthousiasme.
71: De grootvader van mijn vrouw is 104 geworden en daarmee kon een moeilijk gesprek tot op het laatste nog steeds gevoerd worden. Het ging dan wel veel trager en bleef oppervlakkiger.
42: Ik heb de indruk dat vele ouderen zichzelf te laag inschatten, misschien door de vele maatschappelijke veranderingen van de afgelopen decennia, waarbij ze het gevoel hebben dat ze niet meer mee kunnen. Maar daardoor diskwalificeren ze zichzelf voor een deel. Wat niet terecht is: ze beschikken over vele andere belangrijke skills die naar de achtergrond zijn gedreven door de allesoverheersende technologie, hands-on-skills zoals kleding maken, koken, praktische klusjes, onderhoud tuin,… Ik ervaar dat de algemene kennis daarin achteruitgegaan is. Junioren zijn geboren met computer en smartphone en missen vaak die andere skills. Voor de 12-generatie ligt daar hun identiteit in. Zelf ervaar ik dat ik daarin steeds minder aansluiting vind. Zo haak ik volledig af als het aankomt op sociale media.
71: Daar ben ik het mee eens. Wij leerden bijvoorbeeld nog programmeertalen zoals Pascal waaraan ik nooit iets gehad heb.
18: Wa’s da, Pascal?
71: Dat bedoel ik. Niemand weet nog waarover het ging. Het zijn vandaag allemaal algoritmes geworden waarvan wij op onze beurt niks snappen. Een senior zoals ik zegt dan: “Foert, want het gaat niet meer”.
42: Zo’n leerproces heeft wél nog zin! Ik heb het idee dat als mensen ouder worden, ook hun wereld steeds nauwer wordt. Daar moet je bewust mee omgaan. Mijn grootmoeder ging nog op 80-jarige leeftijd leren tekenen. Daar heb ik heel veel respect voor. Dat maakt dat je mentaal minder snel achteruitgaat. Aan de andere kant maak ik me ook zorgen over de mentale toestand van jongeren. Ik heb de indruk dat vele jongeren vandaag worden opgegeten door hun schermpjes. Hersenonderzoek wijst uit dat onze hersenen dat niet aankunnen, waardoor er systematisch burn-outs ontstaan.
18: Dat merk ik ook wel, ja. Dat als ik aan de computer zit er zoveel is dat ik wil weten, zien, ontdekken,… En als ik dan daar een hele tijd mee bezig ben, word ik daar echt ziek van.
13: Ik merk ook dat alles wat via de computer op mij afkomt, ook in mijn hoofd onmiddellijk moet verwerkt worden en dat lukt me niet altijd.
18: Maar als je door de stad wandelt, krijg je toch ook een massa prikkels tegelijkertijd binnen en die kan je dan wel verwerken?
71: Ik krijg elke dag +200 emails binnen. Die selecteren, zelfs zonder ze allemaal te onderzoeken kost mij toch zo’n 3 uur per dag. Dat heb ik niet als ik door de stad wandel.
42: Beschouw jij informatie niet als iets statisch, iets wat je kan vasthouden? Wat jij interessant vindt, sla je ergens op. Voor ons vloeit alles. Wat vandaag gestuurd wordt, is vandaag relevant.
71: Juist, ik dus niet. Ik wil weten waar dát wat vandaag gebeurt past in de geschiedenis van uren, dagen, weken…. En dat op de verschillende levensdomeinen.
42: Chat-GPT is op dat vlak een game-changer: In een paar seconden kom je tot heel relevante informatie. Die informatie opslaan is dan op bepaalde hoogte onnodig.
Thema 3: “Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus.” – 1 Korinte 12:12
71: Hoe zie jij jezelf binnen 10 jaar als christen in deze samenleving?
18: Ik zie mezelf als lid van een kerk met jongere mensen, veel vrienden zowel christenen als niet-christenen, getrouwd, kindjes…
13: Als ik binnen 10 jaar ook een kerk zou uitkiezen, zou ik ook liefst naar een kerk gaan met veel jongeren.
71: Waarom een kerk met jongere mensen?
18: Omdat verschillende leeftijden allemaal een andere kijk hebben op wat kerk zijn is. Bijvoorbeeld: wij blijven in onze kerk altijd dezelfde liederen zingen. Maar wij, jongeren, willen afwisseling, maar daar is de oudere generatie niet voor te vinden.
71: Maar als je geen ouderen in de kerk hebt, verlies je als kerk toch ook heel wat: dingen zoals ervaring en levenswijsheid.
18: Je kan toch ook elders in contact komen met oudere christenen. Je kan toch ook in andere kerken, waar wel vooral ouderen zijn, raad gaan vragen.
71: Dat lijkt me toch omslachtig, naar een andere kerk moeten gaan om advies. Eigenlijk vind ik toch dat er dan een diepe barst loopt in de kerk tussen jong en oud.
18: Maar als je ze mengt, dan ontstaan er toch veel meningsverschillen?
42: Ik vind het idee van die gemeente met voornamelijk jongere mensen toch wat aanstootgevend. Dan zeg je dat je eigenlijk de ervaring en inzichten van ouderen niet nodig hebt. Maar kerk-zijn is net leren van elkaar; mensen die op een andere manier in het leven staan. Wat nodig is om kerk te zijn is nederigheid ten opzichte van elkaar, en dus ook als generaties voor elkaar.