Mondiaal – Corona op Afstand…

1136 0
1136 0

Hoe voelt u zich de laatste tijd? Ongerust? Angstig? U probeert al het mogelijke te doen om uzelf en uw familie te beschermen? Hoe vaak wast u uw handen? Hebt u uw voorzorgen genomen en de voorraden aangevuld? Kunt u werken van thuis uit? Geniet u extra van de tuin of wandelt u in het park?

Goed. Neem nu eerst uw toegang tot proper, stromend water weg. Wordt u al nerveus? Vergeet vervolgens de handgels, die kunt u zich echt niet permitteren. Uw ijskast is bijna leeg. Wacht. U hebt geen ijskast. Dagelijks gaat u naar de markt voor verse voeding.
U deelt uw buitenkoer met 4 andere families. Het huisje waar u samen met uw familie leeft, is kleiner dan een klaslokaal. Het is 40°C en er wordt u gezegd dat u best thuisblijft. Hebt u het warm gekregen?

Aan het woord is Irene Vleugels, die samen met haar man Théodore – en hun beide kinderen – in Burkina Faso woont. Ook al willen we de gevolgen zeker niet onderschatten: in België is COVID-19 – voor wie niet besmet geraakt, geen ernstige symptomen heeft en er in de naaste familie-, werk- en vriendenkring niet mee te maken krijgt – vooral vervelend maar niet onoverkomelijk. In andere werelddelen kan het virus heel snel tot een ramp uitgroeien. In ons land kunnen we – al dan niet verplicht – voorzorgen nemen. Op andere plaatsen in onze aardbol kunnen de bewoners niet voor dergelijke maatregelen kiezen. Irene: “In mijn directe omgeving ken ik heel wat mensen voor wie ‘social distancing’ gewoon geen optie is. Ze kennen niet het comfort van een ruim huis of een schaduwrijke tuin, noch het voorrecht van gevulde voorraadkasten. Ze kunnen zich het niet permitteren thuis te blijven om zo contact met medemensen te vermijden, want overleven is – zeker in deze periode – een dagelijkse strijd.”

Zo’n 400 kilometer naar het Noordoosten, in Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso, vinden we dr. Willika Engel. Ze is er betrokken bij het Tearfund-project Paam Lafi, een lokaal ziekenhuis. De medische mogelijkheden in het land zijn nauwelijks te vergelijken met die in West-Europa. “De capaciteit van de Intensive Care verhogen, kan hier niet. Ik heb gehoord dat er 16 beademingsapparaten zijn in het hele land, waarvan er 9 werken. Als je klachten hebt die op Corona wijzen, kun je naar een gratis nummer bellen en dan komen ze bij je thuis met een mobiel team om een virustest af te nemen. Uit eigen ervaring weet ik dat die niet zo soepel verloopt; soms moeten mensen dagen wachten. Ik heb gehoord dat iemand alweer genezen was toen ze eindelijk kwamen.”

Het virus is vreemd genoeg Burkina Faso binnengekomen door een voorganger van een gemeente: “Zijn vrouw en hij kwamen terug van een conferentie in Frankrijk. Hij is een bekende voorganger die veel preekt op de christelijke TV en een grote gemeente met een paar duizend mensen leidt. Het echtpaar is opgenomen geweest in een ziekenhuis en intussen zijn ze weer genezen;”

Binnen blijven

Zoals vrijwel overal ter wereld heeft de regering maatregelen getroffen om de verspreiding van het virus zoveel mogelijk tegen te gaan. De scholen zijn dicht, bijeenkomsten van meer dan 50 personen zijn verboden (dus ook geen kerkdiensten meer), je moet vaak je handen wassen, mag geen handen meer geven en je moet afstand houden. De grenzen zijn dicht en een aantal steden, zoals Ouagadougou, zijn in quarantaine geplaatst. Er is een avondklok ingesteld van 19:00 u. tot 05:00 u.

Voor een avondklok moet je overigens niet naar Afrika, ook in Europa wordt die hier en daar ingesteld. In Servië bijvoorbeeld, waar je tussen 17:00 u. en 05:00 u. niet buiten mag. De regels hangen af van de leeftijd van de persoon. In de week mogen mensen van 70 jaar niet buiten de deur komen; gepensioneerden mogen wel op zondagnamiddag buiten komen om boodschappen te doen. Louis en Anne-Marie Van de Voorde uit Geraardsbergen werken normaal onder de Roma-bevolking in Servië, maar waren bij de uitbraak van de crisis net in België. Verschillende pogingen om terug te keren naar hun werkveld, mislukten, dus zijn ze momenteel noodgedwongen in ons land. Het is niet gemakkelijk om gescheiden te zijn van de mensen die zo hard hulp nodig hebben. Veel Roma behoren immers tot de armste bevolkingsgroep. Ze vullen nu hun tijd met het verzamelen van giften om zo een bijdrage naar de Roma te kunnen sturen. 

Afstand

In België zijn we vrij snel gewend geraakt aan de term ‘social distancing’ en veel mensen respecteren de onderlinge afstand van 1,5 meter. Wellicht helpt het dat we sowieso niet zo heel veel aan elkaar hangen. In veel culturen is dat anders – gewild of ongewild. In de eerste plaats moet je natuurlijk beschikken over de nodige ruimte om afstand te kunnen houden. In arme landen zitten mensen nu eenmaal veel dichter bij elkaar, in huisjes die ook in gewone omstandigheden al te klein zijn. Louis en Anne-Marie: “Families leven vaak met 15 tot 20 personen samen. De Roma wonen in wijken waar de huizen voor en achter en naast elkaar gebouwd zijn. Als daar een virus uitbreekt, is dat een ramp. We zijn blij dat dat nog niet gebeurt. Maar afstand houden … We krijgen heel wat foto’s uit Servië van de mensen die aan ons denken. Goedbedoelde beelden die we krijgen vanuit onze gemeente tonen bijvoorbeeld de muzikanten die bijna op elkaars schoot zitten. Iedereen staat dicht bij elkaar op de foto. We hebben al eens voorzichtig laten vallen dat ze beter afstand zouden houden, een waarschuwing met als reden ‘omdat we je graag zien’. Ze hebben mijn berichten gelezen en ‘geliked’, maar dat is ook alles wat er mee gebeurt.”

Social distancing hoort ook niet echt bij de Afrikaanse cultuur en dus is die moeilijk af te dwingen. In Burkina Faso is de politie behoorlijk creatief wat betreft de straffen. Willika: “Als je door de politie gesnapt wordt tijdens de avondklok, dan moet je bijvoorbeeld over de grond rollen, opdrukken, dansen of een liedje zingen. Soms wordt ook iemand door de politie geslagen met een riem of een stok. Hiervan circuleren filmpjes op de sociale media.”

Willika

Dat wil niet zeggen dat de mensen zich daardoor beter gaan houden aan de maatregelen. Willika merkt dat de regels vaak ontdoken worden: “Mijn verloofde was afgelopen week op een begrafenis waar rond de 300 mensen waren. De meesten dragen wel een mondmasker en ze geven geen handen, maar toch zijn er veel mensen dicht op elkaar.” En nee, christenen geven niet altijd het goede voorbeeld: “Er zijn mensen die de sluipweggetjes kennen, en toch van en naar de stad kunnen. Zoals mijn voorganger, hij doet een studie theologie in Ghana, maar daar zijn de lessen ook gestopt. Hij had dus niets meer te doen daar en wilde terug naar zijn vrouw en kinderen. Omdat de bussen niet meer reden, kon hij niet terug naar huis, maar na een paar weken heeft hij zijn stoute schoenen aangetrokken en is hij met taxi’s en brommers, en soms te voet, terug naar Ouagadougou gekomen. Hij kende een weggetje door de ‘brush’ om toch thuis te komen …”

Iedere cent telt …

In het hele Coronaverhaal speelt ook de economie een belangrijke rol. Wij vinden geld meestal minder belangrijk dan gezondheid, maar hoe langer de crisis duurt, hoe zwaarder het financiële aspect begint door te wegen. Waarschijnlijk beseffen we in onze eigen omgeving nog niet echt wat de consequenties zijn. We hebben nog heel wat vangnetten voordat we echt in de probleem komen. Maar in een land waar van dag tot dag wordt geleefd, kan iedere morgen een nieuwe ramp brengen. Iedere cent telt immers en eender welk bedrag dat wegvalt, betekent minder eten. Dan moet je wel risico’s nemen, want van honger omkomen is ook geen alternatief …

Théodore en Irene proberen door hun missie vooral de zogenaamde ‘gariboujongen’ te helpen.

Théodore en Irène en gariboujongens

Dat zijn jongens die zich rond een moslimleraar verzamelen en hun inkomsten krijgen door te bedelen. Van enige financiële reserves is daar geen sprake – bedelaars hebben geen spaarboek. Thuiswerk is ook niet direct een optie …. Irene: “Het voelt bijna sarcastisch aan om aan bedelaartjes uit te leggen dat ze zich kunnen beschermen tegen de ziekte door regelmatig hun handen te wassen, fysieke afstand te houden en thuis te blijven. Ze worden door hun ‘leraren’ op pad gestuurd om te bedelen en zoeken dus de drukste plaatsen op om daar van hand tot hand te gaan in de hoop op wat cash. Veel van deze jongens kennen zeep alleen van hun bezoeken aan Samaria, ons kindercentrum. We besloten dus ook langs de verschillende traditionele scholen te gaan om daar hun meesters duidelijk te maken dat deze uitzonderlijke situatie uitzonderlijke maatregelen vraagt, niet alleen voor de veiligheid van de jongens, maar die van de hele gemeenschap. Zij gaan echter meestal gewoon door, al dan niet met een geïmproviseerd maskertje voor de neus.”

Hoe lang nog?

Zoals nergens ter wereld, is er ook in de ontwikkelingslanden enig zicht op de toekomstige ontwikkelingen. Tot nu toe is één ding duidelijk: wat de cijfers betreft lijkt het nog mee te vallen in Afrika, ondanks het feit dat de maatregelen niet al te strikt worden nageleefd. In Burkina Faso zijn er zo’n 20 nieuwe gevallen per dag (op een bevolking van ongeveer 19 miljoen) en zijn er nog maar enkele tientallen overlijdens geweest. Ongeveer 500 gevallen van besmetting werden officieel vastgesteld. Toch blijft de toestand op veel plaatsen in de wereld problematisch en kan de situatie vrij snel omslaan. Veel meer dan afwachten kunnen de armen niet. Irene: “Terwijl mensen in het rijke Westen misschien treuren omdat ze hun vakantiereis niet kunnen boeken, vechten ontelbare armen voor hun leven. Een ziekte die verspreid werd door rijken terwijl ze de wereld rondvlogen, zal nu miljoenen armen doden. Lockdowns en de meeste andere beperkingen, hoe vervelend ze ook kunnen zijn, blijven een voorrecht waar we dankbaar voor mogen zijn. Veel armen in Burkina-Faso, en in de hele wereld, hebben gewoon die keuze niet.”

Wanneer Louis en Anne-Marie straks terugkeren naar Servië, kunnen ze niet direct aan de slag gaan: ze zullen eerst 4 weken in (thuis)quarantaine moeten doorbrengen. Zijn ze niet bang om toch besmet te geraken?


familie Van de Voorde

Louis: “Ik behoor tot de risicogroep: niet alleen ben ik gepensioneerd, ik heb ook hart- en longproblemen. Toch denk ik daar niet al te veel over na, maar we bidden er wel voor. Ik zeg niet dat mij niets zal overkomen, maar we weten wel dat God ons wijsheid geeft bij elke stap die we nemen. Als we rust krijgen over een bepaalde situatie, dan gaan we verder. Het ligt in Gods handen, zoals dat voor andere mensen ook het geval is. Het doet me hartzeer als ik zie wat er allemaal in de wereld gebeurt, maar het brengt ons ook dichter bij God.” Het hart van een zendeling blijft altijd voor de geestelijke en materiële nood kloppen, wat de gevaren ook zijn… De mannen en de vrouwen ‘op het veld’ hebben onze steun en onze  gebeden hard nodig.

Meer info over de projecten van Willika, Théodore en Irene, en Louis en Anne-Marie vind je op de website www.tearfund.be.

In dit artikel